Kade40 en De Kroepoekfabriek werken samen aan nieuwe invulling Stadsgehoorzaal
Gemeente Vlaardingen heeft Kade 40 en De Kroepoekfabriek opdracht gegeven zich de komende maanden te richten op de vraag: Wat is er door structurele samenwerking in de stad mogelijk in het theater, zonder structurele subsidie? En hoe kan de stad en het culturele veld daar wijzer door worden? De twee partijen gaan zich inzetten voor een toekomstbestendig plan, dat aansluit bij de mogelijkheden en de behoeftes in de stad.
Het is al even bekend. Zonder subsidie kan de Stadsgehoorzaal vanaf 1 augustus niet meer draaien zoals Vlaardingen gewend is. Een goed gevuld wekelijks theaterprogramma behoort tot het verleden. De tijden zijn veranderd. Wat kan er wel? En waar is behoefte aan?
Grote bezuinigingen zorgen er voor dat er opnieuw gekeken moet worden naar het cultuurbeleid in Vlaardingen. Zo staat er een prachtig theatergebouw, een museum, een jong poppodium en een centrum voor kunsteducatie. En Vlaardingen barst van de fanatieke culturele verenigingen, artiesten, betrokken instellingen, bedrijven en cultuurliefhebbers. De vraag is hoe de stad gezamenlijk bij kan dragen aan een nieuwe invulling van de Stadsgehoorzaal. Om deze vraag goed vorm te geven, heeft de gemeente Vlaardingen aan de besturen en directie van Kade40 en De Kroepoekfabriek gevraagd te werken aan een visie en plan voor de nieuwe, culturele invulling van het gebouw de Stadsgehoorzaal. Dat plan moet bijdragen aan het complete cultuuraanbod voor de stad.
Wethouder Cees Oosterom: “We zetten hiermee een stap richting van een beter georganiseerd cultuurveld. Beide instellingen zien het als een meerwaarde voor hun eigen organisatie om de Stadsgehoorzaal te exploiteren, maar beseffen dat de werkelijke kans zit in de intensieve samenwerking tussen beide instellingen en met de overige cultuurspelers.”
Samenwerken
Zowel Kade 40 als De Kroepoekfabriek staan, ondanks de complexiteit van de situatie, positief tegenover samenwerking. Ook het team van de Stadsgehoorzaal wil actief en praktisch meedenken over de toekomst. Sylvia Hagers, directeur Kade 40: “We vinden het belangrijk dat de profielen en karakters van beide organisaties overeind blijven staan. De Kroepoekfabriek blijft een jong poppodium voor liefhebbers van live muziek en Kade40 het centrum voor kunsteducatie. Het gebouw de Stadsgehoorzaal moet daarin een aanvullende rol gaan spelen. Directeur De Kroepoekfabriek, Renske Verbeek: “Waar het om gaat is dat de teams zich samen gaan inzetten voor een totaalprogramma van cultuur in de stad, wat dus direct en indirect ook bijdraagt aan de missies van zowel Kade 40 als De Kroepoekfabriek.” Dit is ook wat de gemeente en verschillende culturele partijen hebben vastgelegd in de nota ‘De Creatieve Stad’: werken aan efficiëntie, samenwerking, verbinding en ondernemerschap in het culturele veld. Verbeek: “Als de plannen goed uitpakken, kan het een structurele oplossing worden voor het hele culturele veld. Daar gaan we voor!”
Deze opdracht sluit goed aan bij de visie van De Kroepoekfabriek; het betreft namelijk voordelen zoeken in de kracht van samenwerken in de stad. Het plan moet voor alle Vlaardingers, verenigingen, cultuurliefhebbers, instellingen, bedrijven en artiesten veel kansen gaan brengen.
Voor De KF en de vrijwillige kroe zou het mooie kansen kunnen bieden, zoals een beter afgestemd programma voor de stad, breder publieksbereik, uitwisselen van kennis en personeel, groei- en innovatiemogelijkheden qua ruimtes, kostenbesparing, uitdagende stageplaatsen voor stagiaires en vrijwilligers en de voordelen van gezamenlijke inkoop en grotere financiële zekerheid. Uiteraard brengt samenwerken ook risico’s met zich mee. De kansen en bedreigingen brengen we de komende tijd goed in beeld in een plan van aanpak. Als blijkt dat deze insteek niet realistisch is, zal de gemeente dat ook horen en denken we mee in alternatieven.
Geen doorstart, maar nieuwe kijk
Dit plan is geen doorstart. Het is onmogelijk de situatie te behouden zoals het was. Zonder structurele subsidie en zonder de berg aan expertise van het vaste theaterpersoneel, moet Vlaardingen gaan wennen aan een nieuwe situatie. Het seizoen 2015-2016 wordt als alles doorgaat dan ook een pilotjaar. Tot vorig jaar werd het theater voor 2,2 miljoen euro gesubsidieerd. In de nieuwe situatie is de gemeente verantwoordelijk voor de vaste lasten van het pand. Het college van burgemeester en wethouders heeft twee plannen uit laten werken. Plan A gaat in op een motie van ONS Vlaardingen over de verkoop van het pand en plan B gaat in op samenwerking in het culturele veld. Het college heeft ervoor gekozen om de haalbaarheid van plan B te toetsen. Het college heeft aan de gemeenteraad voorgesteld om éénmalig voor een periode van drie jaar € 750.000,- extra bij te dragen. Dit bedrag komt ten goede aan de opstart van de organisatie.
Meedenken
In het nieuwe plan willen Kade 40 en De Kroepoekfabriek vooral onderzoeken wat haalbaar is en waar precies behoefte aan is. Zonder structureel geld is het onmogelijk het theater, zoals het alle jaren professioneel gerund is, door te zetten. Er moet antwoord komen op de vraag waar Vlaardingen behoefte aan heeft en hoe dat in samenwerking met de stad, de gebruikers van het theater en de gemeente goed georganiseerd kan worden.
Zodra de kaders duidelijk zijn en de grove lijnen voor de aanpak geschetst, wordt door de directies van Kade40 en De Kroepoekfabriek ook een stevige klankbordgroep geformeerd. Doel van die groep is dat alle soorten gebruikers van de Stadsgehoorzaal op gezette momenten feedback kunnen geven op de planvorming en uitvoering. Uiteraard volgen ze ook ontwikkelingen in het land nauwgezet. Van andere steden valt veel te leren.
Overgangsjaar
Zodra het haalbaarheidsonderzoek uitwijst wat de mogelijkheden zijn, wordt het eerste seizoen, 2015-2016, een overgangsjaar met een klein aantal theatervoorstellingen en culturele projecten voor en door de stad. Dat wordt in juni definitief bekend gemaakt. In dat geval kan over drie jaar tijd zichtbaar zijn hoe de nieuwe invulling er echt uit ziet en wat het oplevert.
Voornaamste doel is dat in deze aanpak zorgvuldig de risico’s in beeld gebracht worden, die aan te pakken met de mensen en middelen die er zijn, zodat het plan voor alle Vlaardingers, verenigingen, cultuurliefhebbers, instellingen, bedrijven en artiesten veel kansen gaat brengen.
Over de verdere ontwikkelingen houden we je onder meer via deze website op de hoogte.